“When you’re looking like that”
Vandaag is de dag dat ik schrijf
over oordelende goden, zingende dromen.
Vandaag is de dag
dat ik mijn verleidelijk, onvermoeibaar sjansen
met Brabant beschrijf.
Vandaag is de dag dat de duivel zal dansen.
Met een groot hart, vol opwinding en vol van dromen
landde ik
ooit
met vleugels, veel te dun
in het Brabantse Rome.
Van de nietsonthullende straten van Breda,
die stiekeme liefdes omarmen,
tot de Gooische Brabander die voor altijd mijn hart mocht bewegen.
Ik deinde, ik doolde. Ik dwaalde door Brabant.
Land van de dorst: mijn dood, mijn leven.
Maar let op:
noem ’t geen liefde,
daar de beroering de diepste krassen vertolkt.
Of dan juist…
In die overgave;
in dat verzet
zie ik mezelf lonkend en levend…
Tussen mensen in wier ogen
je zag dat ze voor altijd familie zouden zijn
vond ik mezelf, die nergens genoeg van wilde krijgen; en nergens genoeg voor was;
maar door cynisme overladen
wanneer ik zwijgend naar ‘de’ Brabanders keek.
Hard aan boord, een echte kapitein.
Want het water was en is ‘mijn’ land.
De vorm maar even daargelaten:
door vries bevroren
of door de wind in golven vertaald.
Als misgeboren Friezin
die enkel en alleen naar Italië verlangt.
Brabant bevrijdde me van ’t kronkelend peinzen.
Indrukken verbindend, kwam de vage verbeelding
van onvervulde liefdes in het kolken op adem.
Zo, met mijn lichaam overmeesterd
en mijn gedachten in de boeien, bleef er weinig nog over
voor mij
of over mij te raden.
Wat heb ik daar te doen? Wat kan ik Brabant geven?
Of:
“Am I supposed to leave you now….?”
Mooi Corinne, binnenkort moet je maar weer eens naar Twente komen. Dan kan je Twente bejubelen.