Selecteer een pagina

Ik speel. Met jou, soms. Doe of ik je hoor.
Ik luister wel. Begrijp me niet verkeerd.

Het is mijn bewustzijn dat betekenis geeft aan wat jij zegt. Mijn ervaringen, mijn vooroordelen, mijn aannames, mijn gevoelens in het moment…
Je doet een goede poging de boodschap – die reeds door jouw ervaringen en doelpogingen is gekleurd – binnen mijn vormen te duwen. Maar ja, die vormen. Die lijnen. Dat kader.

Misschien is ‘kader’ niet eens het juiste woord. Het zijn meer filters. Filters gevoed door sensaties die ervoor zorgen dat ik jouw realiteit vertaal in iets wat ik behappen kan of wat past bij hoe ik me op dat moment voel. Doel? Haakjes creëren waaraan ik mijn eigen verhaal kan ophangen. Of vanuit liefde – ook zoiets – een luisterend oor bieden en je helpen. Om mezelf al dan niet beter te voelen.

Ik zoek naar overeenkomsten van wat ik ervaar, denk, voel en hetgeen jij zegt. Dat is het zo ongeveer wel. Ik weet in elk geval wat jij niet zegt, wat je bedoelt te zeggen. Vertrouw mij maar.

Als je ‘m zo plat slaat, bekruipt me een zwaar gevoel. Als jij praat via jouw filters en ik luister (en reageer) via mijn filters… Hoe groot is de kans dat we elkaar dan echt verstaan?

Het idee van communiceren is dat we betekenissen uitwisselen; en ons via die uitwisseling verbonden voelen; en daarna elkaar voeden en inspireren. Toch? Woorden begrijpen we nog. Zo niet, dan kunnen we er op semantisch niveau over discussiëren. Vervolgens bevind je je al snel op glad ijs. Met non-verbale communicatie, intonatie, interpretatie…. We weten het allemaal precies. Dat is het probleem. Tegen die alwetendheid kan geen paralinguïstiek of semiotiek, waar ik als student mee stoeide, op.

Misschien zo gek niet, om meer op onze intuïtie te vertrouwen. Onze communicatie te baseren op een waarheid die we niet beschrijven met woorden, als het even kan. Maar ja, voor dagelijkse zaken, gesprekken en andere vormen van communicatie is intuïtie niet altijd handig. Dan vallen we toch terug op communiceren, taal… Verbaal en non-verbaal. En de desastreuze interpretatie ervan.

Communicatie is alleen mogelijk als je je hart en hoofd opent voor de woorden van de ander. Dat is ontzettend moeilijk. Het projecteren en filteren zit in onze vezels en is de motor van zowat elke gedragsvorm. Hoe stap je daaruit; hoe stijg je daarboven?

Er bestaat zoiets als expliciete en impliciete communicatie. Impliciete communicatie gaat over iets communiceren zonder het te zeggen. Ertegenover dus de zogenaamde expliciete communicatie. Dan zeg je schijnbaar wat je bedoelt. Ja, ik zeg ‘zogenaamd’ en ‘schijnbaar’. Zie alles hierboven… Want vraag jezelf eens af: bestaat iets als expliciete communicatie wel?

Voor mij geldt dat er enkel impliciete communicatie bestaat. Klinkt paradoxaal. Maar de ware verbinding met de ander – het uitwisselen van betekenis – zit ‘m niet in de de letterlijkheid van de woorden maar juist in hoe we ons bij die woorden voelen.

Misschien ben ik daarom wel dichter geworden. En marketeer.

Doorgaans is het gewoon een spelletje: jij raadt wat ik bedoel. En dan mag ik.

Minder pessimistisch: er is meer. En dat is waar ik in geloof, waar ik op bouw en waar ik voor ga. Dat ik ervaar en doorvoel dat het even niet gaat over mezelf, die erop geilt m’n eigen stem te horen. Dat ik je in een slip of the tongue op je woorden kan pakken. Of kan overspoelen met mijn belezenheid. Hetgeen ik overigens enkel en alleen doe om jou te helpen en je leven mooier en sprankelender te maken.

Dat lukt me allemaal wel.

Nu wil ik verbinden.

Hier komt de cliff hanger (lekker duidelijk)
Zoals sommigen van jullie weten, schuilt er een classicus in mij. Deel dan ook de mening van Aristoteles dat de verantwoordelijkheid voor de communicatie bij de spreker, de zender ligt. Als zender c.q. spreker weet je welke filters je ontvanger toepast. Weet je dat niet? Dan achterhaal je die. Of je zend je boodschap op open en onderzoekende wijze. Meer hierover komt nog. Dit is eigenlijk stap twee. Er is zoveel meer over te zeggen.

Impliciet en expliciet communiceren