Selecteer een pagina

Jij en ik. Wij zijn heel autonoom. Absolute kennis of macht is iets wat vroeger bestond. Van sturing willen we niets hebben, maar we worden graag geleid. Wie kan ons die leiding geven: een man of een vrouw? Dat is immers ook zo’n vraag. Actueel, relevant, maybe good for business en zeker emotioneel.

De paradox

Ik voel ‘m dagelijks, die spagaat. Verrekte lastig soms. Een paradox tussen niet te sturen en een honger naar leiderschap. Wie durft de schoen nog te passen? Wie kan daadwerkelijk terug stappen als alles in brand staat? Wie gaat ongegeneerd voorbij aan de ‘normale’ processen? We volgen maar al te graag iemand die, naast skills, talenten en mogelijkheden, over iets veel fundamentelers bezit: het vermogen om ons hart en onze ziel te stimuleren.

Iemand die leidt vanuit het hart en zichzelf en zijn omgeving openlijk waardeert. Iemand die optimaal presteren net zo belangrijk vindt als het cultiveren van ‘corporate intelligence’. Die ook nog ‘ns daadkrachtig is en over een gezonde dosis verantwoordelijkheidsgevoel beschikt. Zo iemand zou kans maken om mij door de toekomst te leiden.

In het leiderschap waar we en masse naar snakken is er mijns inziens dus ruimte voor kwetsbaarheid, samenwerking en maatschappelijk belang. De weg ernaartoe is via ons hart.

Mannen versus vrouwen

Is een leider niet pas perfect als ie een vrouw is? Die vraag wordt volkomen normaal gevonden wordt door een groot deel van de bevolking. Mij daarentegen bezorgt ze rillingen. Voor het gegeven dat we ons dit nu afvragen maak ik overigens wél een diepe buiging jegens degenen die hiervoor gevochten hebben. Maar… Daar houdt het wel een beetje op. Mijn vragen zijn vooral: is de weg die we nu bewandelen wel de wijze om gelijkheid in de boardroom te krijgen? Of is dat iets wat we misschien niet eens willen…? Je kunt de vraag natuurlijk zo breed pakken als je wilt nu en bekijken hoe die boardroom er überhaupt uit moet zien. En of er wel een boardroom moet zijn… Ik zal mezelf beteugelen.

Vrouwelijke en mannelijke leiders

Zowel vrouwen als mannen hebben genoeg kwaliteiten in huis om die leidersrol te vervullen. Daar is in Nederland – en een groot deel van de Westerse wereld – consensus over. Wat dat betreft zou het gelijk op kunnen opgaan in de boardrooms van internationale bedrijven en politieke kamers. Dan ga je echter voorbij aan zaken als evolutie en het ‘Queen Bee-effect’. (Kom ik straks nog op terug.)

Wat heeft de evolutie te maken met onze voorkeuren?

In oorlogstijd hebben we een voorkeur voor mannelijke leiders. Ook bij de Jagers en de Verzamelaars zag je al het verschil tussen oorlogsleiders en vredesleiders. De Indianen hadden de jonge, agressieve mannen die in tijden van oorlog als groep het leiderschap vertolkten. Als er geen oorlog was, waren er de oude, wijze leiders. Vrouwen, soms. Die samenstelling van leiderschap zie je ook vandaag de dag nog bij bepaalde stammen op de wereld. De situatie bepaalt de leider; een samenleving kan verschillende leiders hebben. Zo maakt de groep optimaal gebruik van de sterke eigenschappen en talenten die aanwezig zijn. Klinkt best slim.

In het dierenrijk

Bij Chimpansees zien we een soortgelijk beeld: groepjes mannen onder leiding van het alphamannetje voeren oorlog met andere gemeenschappen. De oudste vrouwen hebben een rol met betrekking tot conflictbeheersing binnen de groep. Dus als er twee alpha-mannetjes vechten in een groep, kan de vrouw met de leiderschapsrol hiertussen komen. Bij olifanten bepalen de omstandigheden wie de baas is. Als de groep wordt aangevallen, neemt de bul het over. Maar als het om eten en water gaat, volgt men het wijze, oudste vrouwtje. 

Kunnen we iets met deze prototypen uit het dierenrijk in onze eigen samenleving? Kijk eens naar de ministers van Defensie van de afgelopen jaren. Door de bank genomen allemaal vrouwen. Niet omdat het oorlogstijd was. Maar omdat hun kwaliteiten op die positie in deze tijden nodig waren. Of is het slechts toeval? Ik vind het geen toeval maar geloof ook niet in de vergelijking.

Is er een andere wijze van leidinggeven tussen mannen en vrouwen?

Er zijn overeenkomsten tussen mannelijke en vrouwelijke leiders maar uit onderzoek blijkt dat er vooral veel verschillen zijn. Verschillen die onze vooroordelen staven. Mannen zijn meer dominant en autoritair. Ze zeggen sneller ‘dit is hoe het gaat en dit is wat je moet doen’. Vrouwen geven op een meer egalitaire wijze leiding en gaan voor participatief leiderschap. Ze omarmen de democratie en zijn warmer, meer toegankelijk. Een funny thing is er wel: hoe diverser de boardroom is, hoe beter het bedrijf presteert.

Vasthoudend aan de hiërarchische samenleving die we hebben gecreëerd, neem ik je mee naar een laagje lager in de organisatie. Als teamleider, dus iets meer op microniveau, zijn vrouwen competenter dan mannen. Kortom: in een nieuwe werkomgeving waarin verbindend leiderschap cruciaal is, kan de vrouwelijke leider van grote betekenis zijn. In het verlengde hiervan: er komt steeds meer aandacht voor leiderschap in verschillende vormen. We lijken te onderkennen dat leiders op verschillende posities in de organisatie cruciaal zijn.

Ondanks al die wetenswaardigheden… En een beetje gut feeling dat we als samenleving delen… Hebben we nog steeds te maken met die male-dominated boardroom. Het is knap lastig om daar als vrouw te penetreren.

We zoomen verder in

In Amerika is nog geen kwart van de leiders in de topbedrijven vrouw. (Daar heb je immers die afschuwelijke vrouwenquota. Die zijn het toonbeeld van goed bedoeld vechten en succesvolle acties die te lang doorgaan.) In Nederland is zo’n tien procent van de leiders van topbedrijven vrouw. Er was vroeg een verschil tussen de samenlevingen van die gebieden. Dat brengt ons nu hier. In onze oersamenlevingen, die relatief klein waren, kenden we zowel vrouwelijke als mannelijke leiders. In de grote en internationale samenleving van vandaag de dag hebben we behoefte aan iets anders. Die samenlevingen zijn complex en hiërarchisch.

Vrouwen hebben geen moeite met het leiderschap. Maar mogelijk vormt die piramidevormige, hiërarchische samenleving gewoon niet zo’n lekkere voedingsbodem voor hun kwaliteiten. Met name de concurrentie binnen de verschillende lagen van die hiërarchische piramide stuit veel vrouwen tegen de borst. Mannen – in het algemeen – floreren dan juist. Dus zo lang het peak cocken in de boardroom blijft, voelt een vrouw zich daar meestal niet thuis. Vrouwen zijn niet altijd geïnteresseerd in wie de grootste heeft…

Als je mocht kiezen: inhoud of status?

Er is nog een probleem in het hele werklandschap: vrouwen kiezen voor banen die inhoudelijk meer interessant zijn terwijl mannen kiezen voor banen die status geven. Niets geks aan, vanuit de evolutie: status geeft zicht op een hogere beloning. Ook streven naar status kan enorme voldoening geven, dus ook daar zegt de keuze voor ambitie en status helemaal niets over.

Ook vaak een probleem: zichtbaarheid. De warme, egalitaire maar zeer competente teamleider moet het afleggen tegen het schreeuwende alphamannetje. De koketterende boardroom is een plek voor je als je bereid bent om het spel mee te spelen.

Er is ook een verschil op het gebied van samenwerken. Mannen werken vanuit hun ‘old boys network’ goed samen. In de gedachte dat je zelf ooit de baas wordt, ben je bereid nu te offeren. Bij vrouwen ligt dat anders. Die werken in hiërarchische relaties minder goed samen en hinderen elkaar vooral. Dat noemen we het ‘Queen Bee-effect’. Dat zie je terug op allerlei niveaus in organisaties. En zelfs binnen de politiek.

Vrouwen ondersteunen elkaar evolutionair dus niet zoals mannen dat doen. Daarom zijn mannennetwerken nu binnen onze top-down samenleving zo’n succes.

Deeltijdwerken

Ook het deeltijdwerken blijft een ding. Om de top te bereiken moet je doorgaans uren maken. En dat gaat nu eenmaal beter als je voltijd werkt. Misschien kan er een verschuiving komen als meer mannen deeltijd werken. Maar ook dan heb je kans dat dat een paar jaar lekker gaat en dat het er uiteindelijk weer op neer komt dat de persoon die bereid is de meeste uren te maken (en offers te maken) de grootste kans heeft om de baas te worden. Dan alleen misschien ongeacht het geslacht… Als er voldoende vrouwen zijn die bereid zijn de grote offers te maken.

In Italië is de kans dat je tijdens een afspraak iemand uit de top van het bedrijfsleven een vrouw treft veel groter dan hier. Bijna een derde van de top van het bedrijfsleven in Italië bestaat uit vrouwen. En daar zitten twee smaken aan – en nee, dat zijn geen pistacchio en fragola maar smaken van een heel andere orde. “Als het om werk gaat, voelt de vrouw zich hier gelijkwaardig aan de man”, zegt Caterina Bagnoli, hoofd marketing bij Sammontana, de grootste ijsproducent van Italië. “Italiaanse mannen zijn er trots op als hun vrouw een goede baan heeft.” Haar woorden opende mijn ogen. Daat ‘traditionele’ Italië is veel vooruitstrevender in de werksamenleving dan ons Nederland met deeltijdbanen en vrouwen die voor de kinderen zorgen – en een mond vol van (on)gelijkheid.

Laat ik je niet op het verkeerde pad brengen: ook in Italië is het belangrijk dat je met name aan het begin van je carrière bereid bent om veel uren te maken en te reizen. Laten we daarbij wel benadrukken dat Italiaanse vrouwen doorgaans een groter sociaal vangnet hebben. Voor zichzelf, de kids, etc. Kinderen, ouders en grootouders wonen en leven dicht bij elkaar. Dat maakt opvang makkelijk. En of het nu uit noodzaak is dat Italiaanse vrouwen carrièregerichter zijn dan Nederlandse of niet: het is een interessante eye opener. Het kan dus wel. Zelfs in een cultuur waarin familie numero uno is.

Minder hiërarchische organisaties

Terug naar ons land… In organisaties die steeds meer egalitair worden ingericht in plaats van hiërarchisch, zie je dat er meer vrouwelijke leiders opstaan. Bijvoorbeeld in de zorg en in het onderwijs. Daar speelt nog iets anders: bottom-up versus top-down. Als teamleden beslissen wie de leider wordt, heb je mogelijk een andere leider dan wanneer de directie iemand van bovenaf in vliegt. Maar of minder hiërarchische relatie ook echt de weg zijn naar meer vrouwen op hogere posities, is voor mij maar de vraag. 

De kracht van een rolmodel

Herman Wijffels vertelde aanleiding van het foutje van Ollongren op televisie over de gesloten ‘Command and control’-bestuursstijl die we zo gewoon zijn in onze industriële samenleving. Hij vertelde ook over de meer open bestuursstijl waar ons land intussen aan toe is en waar zijn CDA-partijgenoot Pieter Omtzigt voor pleit. Dat is een situatie waarbij de controlerende macht buiten de regering ligt. Die stijl kun je ook doorvertalen naar het bedrijfsleven. Een dergelijke bestuursstijl zou wel eens podium kunnen bieden aan de kracht van zowel mannen als vrouwen. Vrouwen zouden er misschien beter mee floreren. Zonder dat we hen naar voren schuiven (toen koste van zeer competente mannen). Maar gewoon, omdat hun kwaliteit daar het allerbest passen. Op dat moment. Binnen een zekere organisatie.

Welke kant gaan we nu op?

Laat ik tenslotte geen mietje zijn: vrouwen moeten ook gewoon wennen aan werken binnen een hiërarchische omgeving. Die omgeving zal soon veranderen. En het is gaaf als we naar een situatie kunnen waarin vrouwen én mannen floreren. De beweging is ingezet. Maar nu de motor volop draait, is er een ander soort kracht nodig om te sturen. Een kracht die niet voortstuwt door mannen achter te stellen.

Poging tot een slotakkoord – we zijn nog lang niet uitgepraat

Als je aan mij vraagt of vrouwen betere leiders zijn…. Soms. In tijden van vrede, wanneer het gaat om samenwerken: ja, zeker! En de kans is groot dat we post-corona meer behoefte hebben aan het leiderschap vanuit het hart dat vrouwen zo goed past. Waar het wringt c.q. waarom ik twijfel? Er lijkt een behoefte aan leiderschap vanuit groepen te ontstaan. Een soort aristocratie of tenminste aristocratische democratie. En dat ligt vrouwen juist niet. Om die reden weet ik zo net nog niet welke kant we op zullen gaan.

Zoomen we even uit en weer in, richting de hiërarchische situaties zoals die nu zijn… Tja, dan zijn mannen in veel gevallen de betere leider. Nogmaals: in veel gevallen Ik lees met liefde alle uitzonderingsverhalen.  En ik ben voorstander van het verbeteren van het environment, opdat we niet de leiders in het systeem passen maar het systeem onze behoeften laten dragen… Uiteindelijk gaat het erom dat je het leuk vindt om gelijkgestemde mensen te werken die dezelfde doelen hebben en dezelfde resultaten willen behalen. En het is fijn als je je op die weg gesteund – en geleid – voelt. Of dat nu door een man is of door een vrouw.

Laten we dit maar beschouwen als blog 1 van een serie. Ik sta trouwens open voor andere visies.